What will be best for Esther?

Wat zou het beste zijn voor Esther? Het is een eenvoudige vraag die veel richting geeft. Esther is namelijk een mevrouw van 88 jaar oud, ze heeft een zekere combinatie van aandoeningen en beperkingen en hoopt zo lang mogelijk zelfstandig te leven. Esther is een zogenoemde ‘persona’, een uit het leven gegrepen geconstrueerde persoon. De vraag wat het beste voor Esther zou zijn daagt organisaties en professionals uit om de organisatieblik te verruimen en de behoefte van mensen centraal te stellen in hun handelen. Het is veelzeggend dat Boel Andersson Gäre deze Esther-aanpak als eerste noemt om het zorgsysteem van Jönköping te kenschetsen. Zij deed dat in een master class die we in samenwerking met onze partner Dutch Health Hub deze maand in Utrecht organiseerden om van “Jönköping” te leren voor de Nederlandse zorg. Jan Kremer, ministerieel gezant passende zorg, werkte mee aan de master class om de Nederlandse uitdagingen in beeld te houden en Ralph So, één van de initiatiefnemers van het Genootschap, trad op als moderator. We geven hieronder een impressie van de avond.

De opgave

Onze gezondheidszorg moet beter aansluiten bij de noden van de individuele patiënt, van de samenleving als geheel én van de aarde. Het gaat om persoonlijke waarden en voorkeuren van zorggebruikers, maar óók om het terugdringen van gezondheidsverschillen tussen hogere en lagere sociale klassen en het behoud van solidariteit én het gaat erom minder belastend te zijn voor onze planeet. Zo formuleert Jan Kremer de opgave. En – als een extra – er is geen plan! Het is ook niet reëel om een lineaire ontwikkeling te veronderstellen van A naar Beter. Het zal een zoektocht zijn, maar wel een urgente. Er zal niet één partij zijn die de puzzel even legt. We hebben elkaar nodig in een gezamenlijke beweging van burgers, patiënten, zorgverleners, instellingen, verzekeraars, beleidsmakers. Jan onderkent desgevraagd dat ook beleidsmakers nog moeten uitzoeken hoe ze vanuit hun rol kunnen bijdragen. Het Integraal ZorgAkkoord (IZA) lijkt weliswaar een stap in de goede richting, maar de uitwerkingsplannen moeten aan zoveel eisen, voorwaarden en tussenstappen voldoen… het is als gasgeven met de rem erop. Niettemin rust op ieder de opgave te doen wat mogelijk is om aan de drie doelen bij te dragen. Dat vraagt om steun van de leiders.

Leiden bij onzekerheid

Voor Boel is er één en al herkenning: er is onzekerheid over hoe oplossingen er precies uit kunnen zien. Het gezondheidszorgsysteem is complex. Specifieke interventies, veelal vanuit een pretentie wel te weten hoe het moet, falen. Nee, leiding geven doe je in deze omstandigheden aan de hand van simple rules, eenvoudige regels, zoals: doe wat goed is voor Esther. En door vragen te stellen! Boel en Ralph komen op hun vaste trits, ooit ontleend aan Maureen Bisagnano: Weet je hoe goed je bent? Weet je hoe je het doet vergeleken met de besten? Weet je waar de variatie zit? Ken je je verbetering in de loop van de tijd? Alle vier vragen hebben betrekking op (uitkomst-)data en het goede gebruik ervan. Zorgprofessionals en -instellingen houden zichzelf ermee op koers.

Quality as a strategy

Zo is kwaliteit je strategie. Jönköping koos daar meer dan twintig jaar geleden voor, hield het consequent vol en bereikte de top van de Zweedse gezondheidszorg. Wat begon als noodzaak werkte aanstekelijk en het plezier van verbeteren is altijd gebleven. Voorheen, zo schetst Boel, hadden we als zorgprofessionals het idee: op de volgende vakconferentie worden we weer wijzer. Dat was misschien wel waar, maar vakkennis alleen is niet genoeg. Je moet weten hoe de zorgverlening te verbeteren. En daar is improvement science voor. Die passen we toe en ontwikkelen we in internationaal verband verder. Want “To be among the best, you need to be the best in getting better”.

Outcome

Wij gebruiken de Clinical Value Compass (Nelson e.a.), het is de Business Balanced Score Card voor het klinisch team. Het biedt zicht op functionele en klinische uitkomsten, tevredenheid en kosten. Boel: “Zó belangrijk. Toen ik er kennis mee maakte was ik werkelijk verbouwereerd dat in zes jaar medical school geen uitkomsten aan de orde waren geweest! Kun je je het voorstellen?” “Ik kan je zeggen: mijn rol als leider van de kinderafdeling kwam pas op gang toen ik deze en andere quality improvement tools leerde gebruiken. Honestly, daarvoor deed ik maar wat.”

Teams

Dat is wat we zijn gaan aanduiden met micro system. Je kunt het zien als de kleinst overdraagbare bouwsteen van je zorgsysteem: het team van zorgprofessionals met de patiënt en de tools en werkwijzen voor goede zorg en verdere verbetering. Het team is de dragende eenheid – zorg realiseer je immers nooit alleen. De organisatie en het stelsel (wel aangeduid met meso- en macrosysteem) moeten erop gericht zijn het team van zorgprofessionals optimaal te laten functioneren.

Patiënt

Een deelnemer met een chronische aandoening demonstreerde dat de patiënt vanzelfsprekend deel van het team moet zijn. “Ik kon insuline spuiten voordat ik kon schrijven”, zegt ze. “Dus ik keek er niet van op dat de dokter de verpleegkundige naar mij verwees voor de beste aanpak toen ze hem belde voor mijn verhoogde suiker.” “Ik was een kind en het ging jarenlang goed. De geneeskunde voor volwassenen kan daar iets van leren: ook die professionals kunnen wijzer worden van mijn ervaring.” Voor het leveren van zorg én het verbeteren ervan!

Nico van Weert

Voor leden zijn de dia’s uit de master class via deze link beschikbaar.

Leave a Reply

Scroll to top